naar hoofdtekst gaan

De te gebruiken inktpatroon instellen

Met deze functie kunt u de meest geschikte FINE-cartridge van de geïnstalleerde cartridges opgeven voor een bepaald doel.
Wanneer een van de FINE-cartridges leegraakt en niet onmiddellijk door een nieuwe kan worden vervangen, kunt u de andere FINE-cartridge opgeven die nog inkt bevat, en verder gaan met afdrukken.

U geeft als volgt de FINE-cartridge op:

Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings)

  1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma

  2. Klik op Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)

    Het dialoogvenster Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings) wordt weergegeven.

  3. Selecteer de FINE-cartridge die u wilt gebruiken

    Selecteer de FINE-cartridge die u wilt gebruiken om af te drukken en klik op OK.
    De opgegeven FINE-cartridge wordt voor de volgende afdruktaak gebruikt.

Belangrijk

  • Als de volgende instellingen worden opgegeven, werkt Alleen zwart (Black Only) niet omdat de printer de kleuren FINE-cartridge gebruikt om documenten af te drukken.
    • Een andere optie dan Normaal papier (Plain Paper) of Envelop (Envelope) is geselecteerd voor Mediumtype (Media Type) op het tabblad Afdruk (Main)
    • Zonder marges (Borderless) is geselecteerd in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup)
  • Verwijder een niet-gebruikte FINE-cartridge niet. Er kan niet worden afgedrukt als een van de FINE-cartridges is verwijderd.